Stories

Het verhaal van Ylva


Het was februari, koud en donker buiten toen Ylva voor het eerst een knobbeltje in haar rechterborst voelde. Ze was pas 43 jaar en kon zich niet voorstellen voorstellen dat dat kleine knobbeltje een paar maanden later haar hele leven op zijn kop zou zetten. Lees Ylva's verhaal over kanker en waarom ze het zo belangrijk vindt om het te delen.




"De stoel bij de dokter voelde plotseling heel ongemakkelijk. Ik realiseerde me hoe koud mijn handen waren - ijskoud. De dokter had net de woorden uitgesproken die ik maandenlang had ontkend, sinds de eerste keer dat ik dat knobbeltje in mijn borst voelde: "Je hebt borstkanker.” Ik wist het al voordat hij het zei. Ik wist genoeg toen ik gebeld werd langs moest komen en dat ik iemand mee moest nemen. Toch was dat toen nog een soort mist van onzekerheid. Maar nu, nu was alles duidelijk. Ik had borstkanker. Over een paar weken zouden we al beginnen met de chemotherapie. Mijn rechterborst zou verwijderd worden en daarna zou ik ook nog bestralingen krijgen. Duidelijker kon niet, en kouder ook niet.

Ik weet niet of het echt zo koud was in de kamer, maar ik deed een poging mijn bevroren vingers weer tot leven te wekken terwijl ik naar mijn man keek. Hij huilde. Misschien zou ik ook moeten huilen. Maar ik voelde me een beetje zoals mijn handen; koud en stijf. Dus in plaats van te huilen, begon ik een lijst in mijn hoofd te maken van wie ik zou bellen als we uit deze kamer waren. Mijn moeder. Mijn zus. Johanna. Erika. Mijn baas.




Zodra we uit de kamer kwamen, wilde ik bijna mijn telefoon pakken en op Facebook posten: “Dan weten jullie het allemaal maar meteen: ik heb kanker.” Maar dat deed ik niet. Ik belde mijn moeder. En daarna de rest van de mensen op dat lijstje dat ik had gemaakt. Ik stelde hen gerust dat het vast allemaal wel goed zou komen. Ook al was het niet makkelijk om de pijn en angst in hun stemmen te horen, ik moest het ze toch vertellen. Het vertellen aan de kinderen was het ergste. Maar volgens mij kreeg ik er nog vrij overtuigend uit: "Het komt goed met mama". Dat heb ik zo vaak gezegd die middag, dat ik het zelf ook begon te geloven. Het zou goedkomen – dat moest wel. Toch ging ik die avond met een nieuw, ongemakkelijk gevoel naar bed.




Een paar dagen later plaatste ik toch maar een bericht op Facebook. Niet helemaal het bericht dat ik eerder in gedachten had, maar toch. Ik wilde dat mensen het wisten. Eigenlijk ben ik niet zo van het delen op social media, eigenlijk alleen iets leuks als ik uit eten ben of iets leuks met de kinderen heb gedaan ofzo. Maar toch wilde ik dit delen, en het liefst snel mogelijk. Misschien omdat ik, nadat de dokter had verteld dat ik al na de eerste chemokuur mijn haar zou verliezen, mijn ijskoude vingers door mijn haar haalde omdat ik niet wilde dat mensen naar me keken en zich afvroegen of ik ziek was. Misschien voelde het daarom makkelijker om het van tevoren te vertellen. Misschien hoefden ze het dan niet te vragen. Misschien hoefde ik dan niet te antwoorden.





Ik werd zomaar in de wereld van deze ziekte gegooid. Na een paar weken begon de chemo en na elke kuur voelde ik me slechter. Toen mijn haar eraf werd geschoren vond ik dat bijna erger dan het vooruitzicht dat mijn borst er ook af zou moeten – maar toch gaf het me een goed gevoel om het te delen. Delen met mijn man, die uit empathie ook zijn haar afschoor. Delen met de vrouwen in mijn ‘kankergroep’ die hetzelfde meemaakten. Delen met mijn beste vrienden die me door dit proces zagen gaan. En het delen op social media, waar ik zoveel steun en liefde kreeg.


In de maanden die volgden gingen anderen lekker zwemmen, op roadtrip of uit eten – en ik bracht mijn dagen door in het ziekenhuis en thuis. In de wachtkamer, in bed, op de bank… Ik was zo moe, de hele tijd zó moe. Hoeveel ik ook sliep, ik werd standaard moe wakker. Ik had me zo verheugd op de zomer. We hadden zoveel plannen, avonturen en reizen om naar uit te kijken. Maar die zomer ging niet door. Tenminste niet voor mij. Plannen voerden we niet uit, avonturen werden niet beleefd en reizen werden niet gemaakt.




Ik zag mijn familie hun best doen om een normaal leven te leiden. Ze beleefden hun eigen zomeravonturen zonder mij – en dat wilde ik ook voor ze. Maar ik was er ook zo graag bij geweest. Maar tussen alle ziekenhuisbezoeken en de behandelingen vonden we toch onze eigen momenten, ons licht. En ook al verliep de zomer anders dan verwacht, het bleef zomer.




En te midden van alles ging ook het dagelijks leven op de een of andere manier gewoon door. De kinderen hadden zin om na de zomervakantie weer naar school te gaan, ze hadden hun sport en brachten tijd door met vrienden. Het huis moest worden schoongemaakt, de tuin bijgehouden en de maaltijden gekookt. De maanden gingen voorbij. Maanden vol met het gevoel niet genoeg te zijn. Geen controle te hebben over mijn eigen leven. Lichamelijke en geestelijke uitputting. Maar ergens in die duisternis zag ik ook dat het de goede kant op ging. De cocktail van chemo werkte zoals het moest, beter dan bij vele anderen. En het einde kwam in zicht.


Na wat voelde als een heel leven, was ik er ineens weer. In dezelfde huisartsenpraktijk waar ik ongeveer een jaar geleden voor het eerst zat. Ik was er veel te vaak geweest, er goede en slechte uitslagen gekregen. Ik had er gehuild en op de een of andere manier toch ook af en toe gelachen. Ik kende het gezicht van de dokter en de ogen van de verpleegster maar al te goed. Maar deze keer voelde de kamer warm aan. Helemaal niet zo koud als ik me herinner van mijn eerste herinnering hier. Ik keek neer op mijn handen, wreef ze tegen elkaar, ze waren warm. Ik haalde mijn hand door de kleine haartjes die uitgroeiden op mijn hoofd. Ja. Ik ging dit ook delen. Ik begon weer aan mijn mentale lijst van mensen die ik ging bellen. Om het ze te vertellen. Dat ik geen kanker meer had."










Het doel van Once Upon is om de mentale gezondheid en het welzijn van mensen te versterken door herinneringen en echte levensverhalen. Daarom willen we mensen hier hun belangrijke verhalen laten vertellen. Gewoon zoals ze zijn. Het goede, het slechte en alles daartussenin. Zodat ze anderen kunnen helpen die iets vergelijkbaars hebben meegemaakt, hetzelfde gevoel hebben of gewoon geïnspireerd kunnen raken door het levensverhaal van iemand anders.